Tekst uitgesproken bij het afscheid van Frans van der Meijs op 27 augustus 2016.
Frans was een familieman en het kwam goed uit dat hij veel familie had. Broers, zussen, neefjes, nichtjes. Cok, de familie Kuil.
Maar daar bleef het niet bij want wij en dan bedoel ik het gezin van Jan en Nel van Uffelen uit Langeraar waren OOK familie van Frans. Immers, Frans bracht bijna ieder jaar de kerst bij ons door en mijn broer, zus en ikzelf noemden hem altijd OME FRANS, dus geen FRANS, geen OOM FRANS, maar OME FRANS.
OME Frans en mijn vader waren min of meer buurjongens in de Zuidbuurt in Maasland. OME Frans was 3 jaar ouder dan mijn vader, ze hebben nooit bij elkaar in de klas gezeten maar werden beiden onderwijzer en vonden elkaar ook in het verenigingsleven te Maasland.
OME Frans hoorde er gewoon bij en was echt onderdeel van ons gezin. Iedere kerstvakantie kwam hij met de fiets naar Langeraar, meer dan 50 km fietsen, maar daar draaide hij zijn hand niet voor om, hij was ook wel eens naar de Dordogne komen fietsen toen we daarop de camping stonden. En als hij dan bij ons was in de kerstvakantie stond hij iedere morgen erg vroeg op en wandelde hij naar de bakker om warme broodjes te halen. Ook wisten wij dat als OME Frans kwam dat er de volgende dag kerstkransjes aan de boom zouden hangen. Je zag hem genieten van het gezinsleven en hij deed ook mee aan onze jaarlijkse sjoelcompetitie en voor hem was het meedoen belangrijker dan het winnen. Tijdens die kerstdagen zag je hem ook heel veel kaarten schrijven, kaarten naar al zijn familieleden en vrienden, veelal zelf gemaakt en met een stichtelijke spreuk.
Heel soms kwam hij niet met de kerst. Hij ging dan naar zijn andere familie in Canada. Wij vonden dat maar saai, een kerst zonder OME Frans.
Twee keer zijn we die decemberweken ook naar Zuid-Frankrijk gegaan met ons gezin en OME Frans ging natuurlijk mee. In december 1983 zou hij met de fiets vanaf het station in Avignon naar ons huisje komen, 70 kilometer. Ik vond het maar lang duren en ben hem tegemoet gefietst. We hebben die weken veel samen gereden, maar OME Frans was een familieman en ik, in die tijd een eigenwijze puber die alleen deed waar die zelf zin in had. Ik ging dus iedere dag fietsen en OME Frans ging de ene dag met mij en de andere dag met de rest van ons gezin op pad.
Mijn vader maakte handig gebruik van mijn adoratie voor OME FRANS. Toen ik op een leeftijd was dat ik niet meer graag mee ging op visite bij opa en oma opperde hij. “Joh ga er gewoon met de fiets naar toe, net als OME FRANS.
Een nieuwe traditie was geboren, ik ging voortaan op de fiets naar mijn grootouders in Maassluis.
Ook toen wij ouder werden en ieder onze eigen weg gingen bleef er contact met OME Frans, die ik voortaan gewoon bij zijn voornaam noemde. Zo waren wij als gezin bijvoorbeeld ook aanwezig bij zijn afscheid als onderwijzer en is hij ook eens bij mij in Nijmegen op bezoek geweest toen ik daar studeerde.
Vaak gingen onze gesprekken over fietsen, versnellingen en derailleurs en in augustus 2011 ben ik nog eens met hem gaan fietsen. Dat was best confronterend, toen we Vlaardingen uit de polder in fietsten was hij op zijn gemak maar zodra we zijn huis naderden wist hij de weg niet meer.
De laatste jaren van Frans zijn leven waren niet zijn beste jaren. Ik kan me moeilijk voorstellen hoe het is als je zo de grip op alles kwijt raakt. Mijn vader was verdrietig want echt contact met zijn oude vriend was erg moeilijk geworden. In 2013 overleed mijn vader plotseling en bij het afscheid had ik wel echt contact met Frans. Hij zei niet veel maar de omhelzing was intens. Wat een breekbare man was het geworden, Frans van der Meijs, mijn OME FRANS.
Vorige week zondag is mijn moeder nog bij hem op bezoek geweest. Mijn moeder vertelde aan Frans over mij en dat ik deze zomer naar Berlijn ben gefietst.
Frans glimlachte en zei even later.
NEL EVEN NAAR LANGERAAR FIETSEN en dat was het laatste wat ze van hem gehoord heeft.
OME FRANS, GOEDE REIS.