Kolo sena wa enta tayeb

Toen ik op 22-jarige leeftijd voor het eerst in Egypte kwam was mijn CO2-voetafdruk beperkt. Ik reisde liftend en later ook per trein, bus en boot via West-Duitsland, Oostenrijk, voormalig Joegoslavië, Griekenland, Turkije, Syrië en Jordanië.

In 1989 en 1990 werkte ik er als reisleider. Mijn eerste vrouw, Anneke, kwam ook een keer langs en tijdens één van mijn reizen reisde Rob Bots mee. Hij zou later een vriend worden. Ook mijn zus Nicolette en haar man Steven kwamen een keer op bezoek.

Ik ging in 1992 voor touroperator K-Tours werken en was daar verantwoordelijk voor de Egypte-brochure. Toen kwam ik er een paar keer per jaar. Om een minireisje te begeleiden of om afspraken te maken met onze lokale partners. Voor het laatst in 1994 samen met Gijs de Graaff. We hebben maar twee maanden samen gewerkt, maar raakten bevriend.

In 1995 was ik met Anneke en een piepjonge Lennard een weekje naar de zon in Eilat. Uiteraard moesten we even de grens oversteken om een paar uur in Egypte te zijn.

In de kerstvakantie van 2005/2006 was ik er terug om weer een reis te begeleiden. Het was de tijd van mijn echtscheiding en ik was verliefd op Ankie en zij op mij dus dat kwam goed uit. Ik zat toen iedere avond even in een internetcafé om te mailen. Na die vakantie stond Ankie op Schiphol en ging ik weer op mij zelf wonen in Nuland.

Nu is het dan 18 jaar later en ben ik weer terug. Sinds ik gestopt ben met werken werd het verlangen terug te keren naar Egypte groter en ik wilde ook heel graag naar Siwa waar ik nooit was.

Ik heb met volle teugen genoten van deze reis. Het is vast niet de laatste keer geweest.

Kolo sena wa enta tayeb. Dat het ook dit jaar weer goed mag gaan.

Eindstreep

Kort woordje bij mijn afscheid.

De laatste maanden luisterde ik regelmatig naar het liedje “deurrieden tot an de streep” van Daniel Lohues.  Het nummer raakte me omdat ik in mijn werkende leven de laatste tijd wel erg vaak, te vaak, met die eindstreep bezig was.

In 1994 na de zomervakantie startte ik in het onderwijs. Ik werkte 3 jaar op het TIO College, 5 jaar voor ROC Utrecht en sinds 2002 maar liefst 21 jaar op het Koning Willem I College.

In die 21 jaar heb ik veel verschillende dingen kunnen en mogen doen. Ik was docent Toerisme, BPV-Coördinator, docent in de Succesklas, docent in de Startklas, Projectleider Suc6punt, Programmamanager Voortijdig Schoolverlaten, Teamleider Sociaal Maatschappelijke Studies en toen opeens, in het voorjaar van 2017 ging het niet meer.

Ik was enige tijd thuis, maar er was een plekje voor mij op de afdeling Educatie. Ik ging werken als decaan en ik heb in die tijd veel mensen kunnen helpen. Ik was er heel erg druk mee, maar met de kennis van nu was het toen vooral heel erg druk in mijn eigen hoofd.

In 2019 werd er namelijk een hersentumor geconstateerd die al zo’n 10 jaar langzaam groeide en mijn doen en laten steeds meer beïnvloedde.

Ik werd geopereerd en een lange revalidatie volgde, want ik moest opnieuw leren lopen. Ook moest ik leren omgaan met mijn Niet Aangeboren Hersenletsel. Daar heb ik professionele hulp bij gehad.

Na mijn revalidatie ging ik re-integreren en ik werd docent NT2. Met al mijn ervaring ging me dat prima af, maar het kostte me erg veel energie. Mijn batterij begon weer aardig leeg te raken en mijn hoofd weer aardig vol.

Ik wilde niet nog een keer uitvallen. Ik had dat in 2017 en 2019 al eens meegemaakt en ik wilde zo graag die eindstreep halen. Zo graag en dat maakte het nog zwaarder. Het is niet gezond om zo met de eindstreep bezig te zijn. Plezier en voldoening raakten op de achtergrond.

Toen ontstond het idee dat ik de eindstreep ook eerder kon leggen en opeens was de kogel door de kerk. Ik wilde wel graag het schooljaar afmaken, mijn 29e schooljaar. Nu is het dan zover en heb ik mijn eindstreep bereikt. De laatste weken waren zwaar, maar ook fijn. En let wel. Het is de eindstreep van mijn werkende leven, het voelt als pensioen en ik ben er echt aan toe. Na de eindstreep ligt een mooi, nieuw leven.

Soms mis ik mijn tumor

Hersenletsel is er in alle soorten en maten. Niet-aangeboren hersenletsel (NAH) ook.

Toen ik herstelde van de succesvolle hersenoperatie in de zomer van 2019 vond ik vooral dat ik het in vergelijking met anderen in de revalidatiekliniek nog niet zo slecht getroffen had. Daarbij voelde ik me bevrijd van de enorme druk in mijn hoofd.

Het meningeoom dat was weggehaald was namelijk zo groot als een golfbal. Het beïnvloedde mijn lichamelijke coördinatie en gedrag al langere tijd. De neuroloog vertelde dat het om een langzaam groeiende tumor ging. Hij kon er al goed tien jaar zitten.

In het eerste schooljaar na de operatie voelde ik vooral opluchting en lag de focus op mijn lichamelijke herstel. Maar in het tweede jaar maakte ik een periode van depressie door. Daarom volgde ik het derde jaar de module “omgaan met veranderingen” bij Hersenz. Daarbij werd ik, en ook Ankie, begeleid door Gerty Teunissen van SWZ Zorg. Gerty deed dat echt goed.

In een van de oefeningen teken je eigen levenslijn.

Voor mij was dit een zeer zinvolle oefening, want je zet op papier wat je eigenlijk wel wist: er is sprake van een leven voor en een leven na de operatie.

(tekst gaat verder onder afbeelding)

Uit: omgaan met veranderingen van Hersenz

Nu ga ik de behandeling weer afsluiten. Mijn leven is anders nu en na de acceptatie kwam ook de waardering voor dat nieuwe leven. Een van de dingen die Gerty me leerde was om ook moeilijke zaken positief te labelen. Ik kan zeggen dat dat inmiddels best goed lukt.

Toch zijn er altijd momenten dat je wordt overvallen door de gedachte dat vroeger alles beter was. Ik ontwikkelde daar zelfs een theorie over. Als je ervan uitgaat dat te veel druk niet goed is voor een mens, maar een beetje druk wel, moet er dus ergens in de tien jaar dat die tumor groeide een ideale periode zijn geweest. Een periode waarin de druk precies goed was. Ik denk ook echt dat dat klopt, want in die tijd had ik een drukke en verantwoordelijke baan en een veeleisende vrijwilligersfunctie. Ik was creatief, actief en altijd in de weer. Maar de tumor groeide en de druk werd te groot.

Terug naar die periode dat de bomen tot in de hemel groeiden wil ik niet meer. Het leven is goed nu.

Maar soms mis ik mijn tumor.

En opeens is het twee jaar later

De dijk achter ons huis op 3 juni 2021

In juli 2019 had ik een hersenoperatie.

En opeens is het twee jaar later. Twee jaar waarin ik met vallen en opstaan ben gekomen waar ik nu ben. Ik werk weer en heb ook in het tweede jaar na mijn operatie nog winst geboekt in wat ik fysiek aankan.

Fietsen met elektrische ondersteuning is een uitkomst en we gaan ook dit jaar weer op fietsvakantie. Het lopen ging het afgelopen jaar ook steeds beter. Ik loop nu redelijk makkelijk en ook op wat geaccidenteerder terrein kan ik met mijn wandelstokken uit de voeten. Hardlopen kan ik niet meer, maar gelukkig was dat nooit mijn hobby.

Op 13 juni deed ik mee aan de Vestingloop in Den Bosch en wandelde de 10 kilometer. De warme ontvangst van Ankie bij de finish en de bijbehorende medaille maakten mij blij.

Hoewel het lopen dus goed gaat, word ik toch iedere ochtend wakker met een naar gevoel in mijn benen. Ook lijkt het bij de eerste passen altijd weer alsof ik opnieuw moet leren lopen. De fysieke beperking aan mijn benen heeft eigenlijk niks met het hersenletsel te maken, maar puur met de buikligging tijdens de operatie waardoor er zenuwen zijn afgeklemd. Vanaf dag 1 heb ik de keuze gemaakt om me te richten op mijn herstel en dit te zien als collateral damage, maar de laatste tijd ontwikkel ik toch wat boosheid. Hier moet ik dus nog iets mee.

De laatste hersenscan was goed en ik een eindgesprek met mijn revalidatiearts van revalidatiecentrum de Tolbrug. Ik ben daar goed geholpen en ik was ook zeer te spreken over de nazorg. Met haar besprak ik niet alleen mijn lichamelijk herstel, maar ook en vooral de psychische kant van het verhaal. Ik heb dit voorjaar te maken gehad met een flinke mentale terugslag.

Ik voel me inmiddels weer stukken beter, maar heb ook besloten hulp te zoeken bij de organisatie Hersenz. Na de zomervakantie krijg ik een ambulant begeleider. Hoewel ik weer gewoon werk, ben ik toch niet tevreden over mijn eigen functioneren. Ik vind het soms moeilijk om me te concentreren, haak in gesprekken soms af en denk nog erg vaak aan hoe mijn leven vroeger was en hoe het nu is. Ook vind ik mezelf vaak initiatief loos en wat apathisch. En het is natuurlijk erg logisch dat je na zo’n ingrijpende gebeurtenis in eerste instantie heel erg bezig bent met je lichamelijk herstel en dat het geestelijk herstel er een beetje achteraan hobbelt. Ik denk dus dat het daar nu tijd voor is.

Dit blog hou ik bijna niet meer bij. Er was een tijd dat ik er erg intensief mee bezig was. Misschien komt dat weer, misschien ook niet.

Eerst maar eens op vakantie samen. Ik heb daar erg veel zin in.